60.000 minder mishandelde kinderen binnen tien jaar. Dat is het doel van het ‘Nationaal Programma Kindermishandeling en Huiselijk geweld’ dat er volgens de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik in 2017 moet komen. De Taskforce schrijft dit in haar advies ‘ik kijk niet weg’ dat vandaag bij de start van de Week tegen Kindermishandeling is gepresenteerd.
In de eindrapportage blikt de Taskforce terug op de afgelopen vier jaar en kijkt zij vooruit naar de komende jaren. De voorzitter van de Taskforce, de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan, geeft aan dat de Taskforce gemengde gevoelens heeft over wat er is bereikt. “We hebben de afgelopen jaren naar vermogen bijgedragen om de aanpak van kindermishandeling te verbeteren. We hebben kennis en good practices verspreid, bruggen geslagen tussen organisaties, netwerken aan elkaar geknoopt en nieuwe acties in gang gezet. Door ons toedoen wordt de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verbeterd waardoor meer kinderen op de radar van Veilig Thuis komen. Ook hebben we een Week tegen Kindermishandeling op poten gezet die ook dit jaar weer veel publieke aandacht genereert. Maar van een echt resultaat kunnen we pas spreken als de aanpak heeft geleid tot een substantiële en duurzame vermindering van het aantal jaarlijks mishandelde en misbruikte kinderen. En dat hebben we in Nederland nog lang niet bereikt. Vandaar ons ambivalente gevoel. We moeten ook onder ogen zien wat we helaas niet hebben kunnen realiseren. We geven daarom vandaag advies over wat er verder moet worden gedaan om het aantal jaarlijks mishandelde en misbruikte kinderen substantieel naar beneden te krijgen. En dat is fors meer dan we nu met z’n allen doen.”
Nationaal programma
Om werkelijk vooruitgang te boeken – aanzienlijk minder verwaarloosde, mishandelde en misbruikte kinderen dus – moet een trendbreuk worden geforceerd. En het Rijk is hiervoor aan zet, vindt de Taskforce. Van der Laan: “Na de decentralisaties in 2015 lijkt het er soms op dat alleen gemeenten nu aan zet zijn bij het aanpakken van kindermishandeling. Dat is natuurlijk niet zo. De opdracht om te komen tot een effectief stelsel voor die trendbreuk ligt allereerst op landelijk niveau. Het Rijk is verantwoordelijk voor de naleving van internationaalrechtelijke verplichtingen, zoals bijvoorbeeld het Internationaal verdrag voor de rechten van het kind. Ook kunnen sommige onmisbare elementen bij de aanpak van kindermishandeling, zoals adequate wet- en regelgeving en monitoring van de gewenste landelijke trendbreuk, alleen op nationaal niveau worden gerealiseerd. De noodzaak om te komen tot een trendbreuk rechtvaardigt een Nationaal Programma waar één coördinerend minister verantwoordelijk voor is.”
Inhoud van het programma
De Taskforce benoemt in haar rapportage ook tien speerpunten die in ieder geval een plek moeten krijgen in dit programma. Verder wil de Taskforce dat de Wet meldcode ook gaat gelden voor advocaten, echtscheidingsmediators, notarissen en andere beroepen met een geheimhoudingsplicht, zoals bedrijven die bij het leveren van hun dienst of product geconfronteerd kunnen worden met uitingen van kindermishandeling of seksueel misbruik.
De Taskforce verbaast zich er ook over dat we op dit moment nog steeds instrumenten inzetten om kindermishandeling te voorkomen, signaleren, stoppen of behandelen, terwijl we niet weten of die wel effectief zijn. De Taskforce wil daarom dat het Rijk over een periode van tien jaar jaarlijks drie miljoen euro ter beschikking stelt voor het uitvoeren van effectgericht onderzoek.
Foto: Eberhard van der Laan geeft startsein Week tegen Kindermishandeling.