Voor alle duidelijkheid eerst het belangrijke verschil. Je hebt dus de dienstplicht, die in Nederland nog altijd bestaat. En je hebt de opkomstplicht, dus de plicht te komen, die bestaat ook, maar die is sinds 1997 opgeschort. Kort gezegd: de boel staat op waakvlam. Maar het broeit.
Van hogerhand is beslist dat de dienstplicht ook voor vrouwen gaat gelden. Dat principe juich ik toe. Iedereen kan het eigen land verdedigen, man of vrouw. Alleen valt er op dat ‘iedereen’ wat af te dingen: het zijn alleen de jongeren die de brief van defensie ontvangen. Net of de ouderen niks kunnen. De laatste tijd heb ik wegens verkoudheid nogal wat actiefilms op YouTube gezien, veel meer lukte niet, en wat me altijd opviel was het keerpunt van de film. Dat gebeurde vaak door het ingrijpen van een oude generaal, een man met ervaring en inzicht. Die generaal, dat zijn u en ik. Degenen die ouder zijn dan zeventien.
Wat kunnen wij? Misschien niet met een zware rugzak op drie rondjes om het parkeerterrein, maar aan de andere kant: welke zeventienjarige kan dat nog wel tegenwoordig? Hou die gedachte even vast. Ik kom er zo op terug.
Dat we nu een beroepsleger hebben, is bekend. We hebben ook een reserve-leger, dat mag minder maar kan toch ongeveer hetzelfde: de reservisten. De padvinderij – die scouts zeggen te zijn – is opgezet als een zuiver paramilitaire organisatie. Nee, we zijn niet het land van het gebroken geweertje. Hier tikt het klokje op de militaire tijd.
Met de dienstplicht voor vrouwen verandert het denken over verantwoordelijkheid. Het idee is, dat je allemaal iets daarvan wil dragen om het land en de bevolking veilig te houden. Daardoor ga je nadenken, ik tenminste wel, en daarna is het schrikken. Zelfs de simpelste dingen kan ik niet. Geen EHBO-diploma, geen basiskennis van auto’s of ziekten, nul strategisch inzicht, minimale paniekbeheersing (ik ben de vrouw die tijdens een brand de fluitketel pakte en daarmee naar buiten rende).
Met andere woorden, ik ben het resultaat van decennia vrede. En vrede maakt lui. Dan lijkt het niet meer belangrijk om de conditie op peil te houden of weerbaar te zijn. Ik hoop dat u meer kunt dan ik. Mogelijk heb ik te veel films gezien de afgelopen week, dat kan, maar als ik weer beter ben, ga ik eens stevig nadenken over wat ik bij te dragen heb.
Vilan van de Loo