Als iemand me van te voren had gezegd, dat een operatie ook leuk kon zijn, had ik die persoon voor gek verklaard. Leuk? Wat moest dat moest, en ik was al blij als ik er zonder complicaties doorheen kwam. Er was een ader stuk in mijn been.
Vooraf had ik een gesprek met de chirurg. Hij zei, dat een kapotte ader niet vanzelf in orde kwam. En ook dat het in de loop der jaren slechter kon worden. Op dat moment was mijn beslissing snel gemaakt. Zo kies je dus voor iets waar je bang voor bent: omdat je nog banger bent voor het alternatief.
Op vrijdagmiddag moest ik aantreden. “U gaat lopend naar huis,” hadden ze beloofd. Via YouTube wist ik meer dan nodig was over een bacterie die enge verschijnselen veroorzaakten waardoor het enige dat nog kon helpen, amputatie was. Ik ben altijd graag op het ergste voorbereid, dan valt het leven zo mee.
De verdoving viel mee. Het snijden voelde ik niet. Maar binnen enkele minuten kreeg ik het benauwd, psychisch, dusdanig dat ik piepte: “Ik wil naar huis.” Meteen begon ik op de behandeltafel wat te schuiven, zoekend naar een manier om eraf te stappen. Dat moet je niet hebben tijdens een operatie. De chirurg zei: “Weet je dat ik eigenlijk dierenarts heb willen worden?”
Prompt lag ik stil en vroeg belangstellend: “Dierenarts, o ja?” “Ja,” zei hij. En hij vertelde over de katten van zijn moeder, die allemaal onder zijn persoonlijke behandeling stonden. Hij beschreef hoe eentje een abces had gekregen, wat hij naar volle tevredenheid behandeld had. Middenin zijn beschrijving van de katten zelf en hoe leuk ze in een boom konden klimmen, was de operatie voltooid en geslaagd.
“Nou al,” zei ik teleurgesteld.
Toen mijn been zwaar in het verband was gezwachteld heb ik de chirurg nog bemoedigend toegesproken over dromen en idealen, over inzet en over willen en kunnen, en dat hij vast een goede dierenarts zou zijn, ik geloofde in hem. Daarna wankelde ik de operatiekamer uit. Mentaal wat aangeslagen.
Inderdaad, ik liep naar huis. Nog altijd vind ik het een klein wonder, dat zoiets kan. Adertje stuk, adertje eruit. Hopla, het been doet het weer, beter dan tevoren. Geen bacterie, geen infectie, nul complicaties, het was zowat een routineklus geweest. Ondanks dat, hoop ik toch dat de chirurg met al zijn mensenkennis, ooit nog eens dierenarts wordt.
Vilan van de Loo