Het mooie van computers is, dat ze voorspelbaar zijn. De mens programmeert en de computer voert uit. Je weet wat je krijgt, behalve wanneer er een computerprobleem is.
Ik weet niet hoe het met u gaat, maar bij mij springt er dan een draadje los. Er komt een enorme hoeveelheid spanning vrij waardoor het moeilijk nadenken is. Dat zou een zelflerende computer nooit overkomen, dus als mens sta je op 2.0 achterstand. Wat was er aan de hand?
In een Word-document plakte ik een plaatje. Daarna bewaarde ik het Word-document. Toen ik het weer opende, had het plaatje rafelranden gekregen. Dat je weet: dit kan niet, en toch gebeurt het. Dan begint het hele circus van Google raadplegen, helpdesken bellen en proberen logisch na te denken terwijl je met je hoofd in een bankschroef ligt en dat voel je, hoor.
Hoe gaat het met computerproblemen? Ze worden opgelost, je leert ermee leven of je zet het uit je hoofd. Wat overblijft, is materiaal aan zelfkennis. Want waarom word ik als volwassen mens een gespannen kleuter als de computer anders doet dan ik wil? Dat beslist willen van het-moet-nu-opgelost, ik ging nog net niet op de grond als een tweejarige liggen krijsen. Terwijl de ironie van het geval is, dat een tweejarige van tegenwoordig weleens veel slimmer op een computer kan zijn dan een volwassene. Digital native. Geboren in het digitale tijdperk. De rest moet bijleren.
De laatste tijd lees ik over de levenshouding van de stoïcijnen. Dat gaat over accepteren wat je lot is, daar ook liefde voor voelen (amor fati) en je niet door je emoties laten regeren. Nuttige gedachten vind ik daar. Tijdens het lezen knik ik vaak. Dan wandel ik naar Albert Heijn met goede voornemens, dus als de rij voor de kassa lang is, vind ik daarin de kans om geduld te oefenen.
De grote test voor leven en misschien wel de liefde, is het computerprobleem. Ooit zat ik aan de laptop van een geliefde in de hoop iets op te lossen. Hij leunde met beide handen op de tafel, ademde in mijn nek en vroeg steeds of ik al wist wat er aan de hand was. Nu is het uit. Niet alleen daardoor, maar ‘t hielp niet. Toen en ook nu weer leer ik het meeste door computerproblemen. Wat het is? Dat ik vooral de stoïcijnen moet blijven lezen.
Vilan van de Loo