Den Haag gaat investeren in innovatieve, kleinschalige en wijkgerichte welzijnsinitiatieven. Welzijnswerk moet meer mensen in Den Haag bereiken en beter aansluiten op de wensen van bewoners. Voor 2019 is hiervoor 2,5 miljoen euro beschikbaar. Dit schrijft wethouder Kavita Parbhudayal (Zorg, Jeugd en Volksgezondheid) in een brief aan de gemeenteraad.

In het coalitieakkoord is afgesproken dat het welzijnswerk in Den Haag kleinschaliger en beter wordt georganiseerd. In opmaat naar deze zogenaamde herstructurering gaat het college investeren in initiatieven die innovatief, kleinschalig en wijkgericht zijn. “Met dit geld willen we meer mensen bereiken en beter inspelen op de specifieke vraag van bewoners.”

Nieuwe welzijn
Welzijnswerk kan van grote waarde zijn voor inwoners van Den Haag, zegt de wethouder. “We willen het welzijnswerk vernieuwen. Met het geld dat we nu gaan investeren, willen we die vernieuwing stimuleren. Initiatieven die echt innovatief zijn, moeten de ruimte krijgen in Den Haag. Wat deze initiatieven ons leren, nemen we mee in het plan voor het nieuwe welzijn. Dit gaan we samen maken met welzijnsorganisaties en bewoners.”

Het nieuwe welzijn richt zich op wijkbehoefte
Een belangrijk onderdeel van het nieuwe welzijn is dat er nog veel meer op wijkniveau wordt gekeken wat de prioriteiten voor die wijk zijn. “Hiermee erkennen we dat de ene wijk de andere niet is”, zegt de wethouder. ‘De belangrijkste thema’s hebben we natuurlijk niet vanuit het stadhuis bedacht, maar die zijn samen met buurtbewoners, ondernemers en organisaties tot stand gekomen.” Als voorbeeld zegt de wethouder dat tweedeling tussen groepen een belangrijk thema is in de Schilderswijk, terwijl de aanpak van eenzaamheid prioriteit heeft in Houtwijk en de overlast van jongeren in Transvaal.

Niet in een hokje
“Iedere Hagenaar verdient goede, menselijke en betaalbare zorg”, benadrukt de wethouder nogmaals. “Ik vind het niet zo belangrijk in welk hokje de zorg valt, het gaat mij niet om de middelen, maar om de mensen. Dit college wil dat de cliënt meer centraal komt te staan. De manier waarop we het welzijnswerk gaan inrichten, past bij de visie van dit college en bij die van mij als wethouder: kleinschalige zorg in de wijk, gericht op de wensen en behoeftes van mensen.”