Pas achteraf begreep ik dat de mevrouw aan de telefoon een oplichtster was. Haar stem had ook een raar kraakje, of ze eigenlijk iets anders te zeggen had maar door de emotie dat niet kon. Op zich pakte ze het nog wel goed aan, dat geef ik toe.
Het ging zo. ‘s Avonds zat ik nog wat te werken toen de telefoon ging en een mevrouw zonder het ‘bel ik gelegen’-script meteen mededeelde dat ik in mijn contract met de energieleverancier een bepaling had over prijsstijgingen. Slim. Wie kent dat contract van buiten? Ik bedoel, dat je op elk moment van de dag en avond precies weet welke bepalingen erin staat. Dus van de weeromstuit zei ik geschrokken: “Ik wil niks kopen.” En zij weer dat het dáár niet om ging, want dat het al in mijn contract stond. Toen twijfelde ik opeens. Ja, dat kon. Maar ja, moest ik daar nu iets over zeggen en wat dan, en dat kraakje in haar stem hinderde me ook. Dus toen was ik al een stuk langer in gesprek dan bij de meeste van dat soort telefoons. Knap gedaan, van haar kant. Alleen ben ik met contracten nogal een Toos Hulpeloos, dus ik blèrde: “Dat is te moeilijk voor mij om door de telefoon te bespreken, u kunt mij mailen.” Daarna hing ik op. Ik geloof dat ik nog wel “prettige avond” zei, maar dat was uit irritatie omdat ik het zo stompzinnig vind en er dan meteen af ben.
Ze belde niet terug. Een mail kwam er evenmin. Zelf de energieleverancier bellen heeft geen zin, dan zwoeg je eerst door een oerwoud van telefonische keuzemogelijkheden en als er dan al iemand is die je te woord wil staan, dan moet je kenmerken en identificatienummers opgeven die je niet weet, en dan kunnen (of willen) zij weer niks. Waar dat contract ligt? In de oertijd van loketten en persoonlijke aandacht nam ik een aansluiting, en dat was dat. Sindsdien zit ik in het systeem.
De dag erna las ik dat zowat iedereen een hogere rekening kon verwachten van het energiebedrijf. Misschien was mevrouw de oplichtster te vroeg begonnen met haar werk. Timing is belangrijk als je op de angst van mensen gaat inspelen. Het had iets sneus, opeens, en dan nog het kraakje in haar stem dat niet wees op een gelukkig leven. Ik hoop maar dat ze een beetje geniet van de lente.
Vilan van de Loo