Al met al, ondanks veel dappere voornemens en besluiten, is mijn leven de laatste jaren kleiner aan het worden. De angst regeert en ‘t rare is, het is zo geleidelijk gedaan, dat het nauwelijks opviel. Misschien is dat nog het ergste.
Er was een tijd dat ik graag door de polder fietste. Tegenwind vond ik leuk. Dan voelde ik me extra sterk. Lange paden, heerlijke uren, om me heen de stilte en de blikken van een belangstellend schaap. Met fietsen stopte ik toen er een brommertje langs me scheurde dat me klem reed. Keer op keer. Er gebeurde niks, maar de waarschuwing kwam hard binnen. Door de polder ging ik niet meer.
Met het wegdoen van de televisie kwam het slechte nieuws gewoon via de computer bij me binnen. Het maakte me schuw om nog op reis te willen gaan. Ik las over treinen die vast stonden in een tunnel, mensen met bomgordels in een vliegtuig en dacht: nee, liever niet. En nu, na de gebeurtenissen in Keulen, is daar een vrees bijgekomen voor straatfeesten en festivals. Er lijken meer gekken dan gewone mensen te zijn en de politie heeft al jarenlang te weinig budget, dat breekt ons nu allemaal op. Zou ik nog ‘s avonds willen afspreken voor Hollands Spoor? De gedachte alleen al.
Maar ik wil niet klagen. Kleiner leven betekent anders leven. Archieven en bibliotheken waren al mijn favoriete verblijfsplaatsen buiten de huisdeur. Thuis schrijf ik over hetgeen ik daar ontdekte, in het gezelschap van mijn huiskater Bert. Tijdens lange wandelingen door de stad probeer ik gedichten uit mijn hoofd te leren. Soms geef ik een lezing voor een publiek met belangstelling voor mooie woorden. Het is een zacht geluk, dat ik het mijne mag noemen. En toch hou ik bij dit alles toch mijn hart vast voor wat er gaat komen.
Ik wil geen pessimist zijn. Wie de hoop op de toekomst verliest, raakt daarmee het heden kwijt. En andersom kan de dag van morgen er beter uitzien, doordat ik vandaag sterker stond.
Het is dus zoeken naar wat ik wel kan doen. Vermoedelijk zit de oplossing in saamhorigheid. Me verbinden met een ander, zo voorzichtig mogelijk, want die ander kijkt net als ik met argwaan om zich heen. Dat is de tijd waarin wij leven. We zijn kwetsbaar. Maar ook vol mogelijkheden, dat weet ik zekerder dan ooit tevoren.
Vilan van de Loo