In de bus

Als er iets is, waarmee ik naastenliefde kan oefenen, dan is dat een huilend kind in de bus. In de trein kan ik ergens anders gaan zitten. Maar in de bus zit ik vast, en gevangen in dat huilen. Ja, en wat dan?

Er is een tijd geweest dat ik me ergerde aan het geluid. Daardoor leek het harder en snijdender. Binnen de kortste keren had ik hoofdpijn. De schuld schoof ik in de schoentjes van het kind dat huilde. Oneerlijk. Helpen deed het niks. Dus toen ik dat eindelijk begreep, kon ik iets anders proberen. Ik stelde me voor dat ik dat kindje was, en hoe benauwd ik het had en dat ik graag naar huis wilde en dat ik zo moe was en ja, dan begreep ik het huilen opeens goed. Ik voelde mijn hart verzachten en dacht: arm kind. In mij was alle ergernis weggesmolten. Een mooie methode, die de laatste keer totaal faalde.

Twee, drie stoelen van mij vandaan in de bus huilde een kind. Eerst snikkend, daarna met steeds grotere uithalen. Het jongetje hing in de armen van zijn moeder. Door het huilen was zijn gezicht gezwollen en kon hij niet meer goed kijken. Zijn moeder wiegde hem sussend heen en weer, en soms hielp dat, zodat hij even uitrustte tegen haar. Daarna begon hij weer te snikken, voorbode van het harde huilen. Hij had rode bultjes overal op zijn gezicht. Van die blaasjes. Naast me fluisterde iemand: “Waterpokken.” Ik keek opzij. “We kennen het verhaal niet,” was een verklaring voor iets, dat niet goed viel te begrijpen.

Een kind met waterpokken in een volle bus, hoe kan het? Zo’n jongetje hoort in bed. Thuis. En dan, waterpokken zijn besmettelijk. Opeens dacht ik aan inentingen, het werk dat ik te doen had, aan koorts en doktersbezoeken. Het eigenbelang was in volle vaart teruggekeerd. Daar zat ik met mijn oefening in naastenliefde. De mens is klein, vooral in het verlangen naar grootsheid.

In mijn tas vond ik een ongebruikt zakdoekje. Ik streek het weer netjes en reikte het de moeder aan. Ze weigerde. Misschien was ze bang voor contact met klachten. De afkeuring in de bus voelde zij natuurlijk ook. Toen ze uitstapte, liep ze snel met het kind in haar armen weg, hopelijk op weg naar huis, naar een veilig bed voor hem, en naar betere tijden.

Vilan van de Loo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.