Bereikbaar

Hoe gaan die dingen toch, dat het ene besluit zo gemakkelijk kan leiden tot het andere besluit? Sinds vorige week telefoneer ik via het internet. Vrijwel meteen dacht ik: weg met het antwoordapparaat.

Op zich vind ik een antwoordapparaat – of voice mail – een geweldige uitvinding. Als nieuwsgierig Aagje wil ik niks missen. Maar de gevolgen had ik niet voorzien. Als ik thuis kwam van weggeweest zijn, zag ik op de telefoon het lampje flikkeren. Daar werd ik gespannen van, dus ik legde er een sok over. Wat je niet ziet, dat is er niet. Alleen wist ik het toch en door het uitstellen raakte ik nog meer gespannen. Dat had ik ook met de smartphone. Daar zat weer zo’n antwoordapparaat op. Nieuwe spanning.

Dus vorige week heb ik het radicaal opgelost. Niks antwoordapparaat. Nergens meer. Iemand kan me mailen, berichtjes sturen of gewoon terugbellen op een ander moment. Ik ben niet meer voortdurend bereikbaar.

Daar moet ik zelf het hardste aan wennen, want ik voel me schuldig. Het is net of ik iets doe wat verboden is. Het is of het hoort, om voortdurend klaar te staan wanneer iemand me wat wil zeggen, ook al is iets als: “O, je bent er niet, bel me even terug.” Zoiets is niet zo urgent dat ik het meteen moet doen in de supermarkt bij de winterpeen-afdeling. Doe ik ook niet. Want in het openbaar voer ik geen gesprekken. Mijn telefoon is voor mededelingen van het type: “Ik sta nu bij de kiosk.” Er is veel herrie in de openbare wereld, daar hoeft mijn geluid niet bij.

Onder het gevoel van schuld groeit een opluchting. Er is weer wat ruimte bij in mijn leven. Al die boodschapjes hier en daar, ik ben ervan verlost en dat doet me goed. Het begint me op te vallen dat ik niet de enige ben. Soms bel ik iemand en dan blijft dat telefoongeluid maar overgaan, zonder dat er een antwoordapparaat in werking gaat. Zou het een nieuw taboe zijn, dat we genoeg hebben van die voortdurende bereikbaarheid? Het is misschien leuk voor even geweest.

Er kan steeds meer en dat is fantastisch. Tegelijkertijd zie ik dat het verschil groeit tussen wat er kan en wat ik wil. Mijn computer is een veredelde typemachine zonder pling!, met de telefoon wens ik te telefoneren en veel meer hoef ik niet, eerlijk gezegd.

Vilan van de Loo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.