Op weg naar een CO2-neutraal Den Haag in 2040 kiest de stad voor aardwarmte uit eigen bodem. De Haagse ondergrond biedt daar unieke kansen toe. Waar aardwarmte geen optie is, geeft het college ruim baan aan duurzame initiatieven – zoals energie uit zon, wind of warmtepompen – van particulieren en collectieven in de stad. Om de duurzaamheidsambitie in 2040 te bereiken zet het gemeentebestuur verder in op nieuwbouw zonder gasaansluiting en grootschalige isolatie van de bestaande gebouwen. Tezamen vormt dat de kern van de college-aanpak om aardgas in 2040 in Den Haag volledig te vervangen door duurzame warmte, met behoud van kwaliteit, betrouwbaarheid en betaalbaarheid.
Meer dan de helft van de energie die Den Haag jaarlijks verbruikt wordt opgewekt door het verbranden van aardgas. Het gas wordt hoofdzakelijk gebruikt om gebouwen te verwarmen, te douchen en te koken. Alles bij elkaar is het gasverbruik goed voor 43% van de jaarlijkse Haagse CO2-uitstoot. Wethouder Joris Wijsmuller (Duurzaamheid): “We moeten gas dus echt vaarwel gaan zeggen. Maar tegelijkertijd wonen we bovenop de oplossing: aardwarmte ligt onder onze stad nou eenmaal dichter aan het oppervlakte dan elders. Dat is uniek en dat moeten we benutten.” Naast aardwarmte stimuleert de gemeente ook warmtewinning uit andere lokale bronnen zoals zeewater of gezuiverd afvalwater.
Duurzaam netwerk
De aardwarmte moet aan de gebruikers in de stad geleverd worden via netwerken van ondergrondse leidingen. Op dit moment hebben warmtenetten in het Centrum, Ypenburg en Wateringse Veld zo’n 18.000 aansluitingen, maar die warmte is nu nog gasgestookt. “Naast zulke grootschalige oplossingen moet er ook ruimte zijn voor de eigen, kleinschalige oplossingen van inwoners van de stad. Keuzevrijheid dus, bijvoorbeeld voor bewoners die samen zonne-energie willen opwekken en delen”, aldus Wijsmuller.
Gasloos
De ‘warmtestrategie’ die het college vandaag naar de gemeenteraad stuurt benadrukt dat er tempo gemaakt moet worden. Om tot aan 2040 alle Haagse huizen gasloos en duurzaam te maken moeten er vanaf jaarlijks gemiddeld 10.000 woningen worden aangepakt. Het college kiest voor een meersporenstrategie, door tot 2030 de warmtenetwerken uit te breiden tot 100.000 aansluitingen en parallel daaraan alle overige bestaande woningen individueel of in klein collectief te verduurzamen. Nieuwe woningen worden ondertussen standaard duurzaam en ‘gasloos’ – zonder gasaansluiting – gebouwd en bestaande bouw moet grootschalig worden geïsoleerd.