Afgelopen zondag verzeilde ik in het verleden. Amerika, 9/11 zoals ze daar zeggen, keer op keer zag ik opnames van de vliegtuigen in de torens gaan. De rook. Het puin. De mensen. Deze keer zag ik ook iets anders.
In de verbijsterende ellende en chaos zag ik degenen die niet van de plek des onheils wegrenden, maar er juist heen wilden. De brandweer. Ambulances. Reddingswerkers. Vrijwilligers. Erhéén, zo snel mogelijk. Dat kun je toch niet bedenken, iemand die dat werkelijk doet. Wat een helden. Ik kon me er nauwelijks van losmaken.
Door die aanblik kreeg ik weer wat vertrouwen in de mensheid, en ik voelde de aarzeling verminderen om hier of daar heen te gaan. De laatste tijd ben ik zo aan het somberen over veiligheid dat ik liever thuis blijf. Daar werk ik dan aan het evacuatieplan dat mijn huiskater Bert en mij in veiligheid moes brengen. Ik speurde al het dichtstbijzijnde hotel op waarin katten welkom zijn. Ja, vrolijk is anders. Het tij is nu gekeerd. Stel nou eens, dat de nachtmerrie werkelijkheid wordt. Ik bevind me in een groot gebouw, en er is een aanslag. De meeste gewone mensen raken in paniek, ik ook. Natuurlijk wil ik naar buiten rennen, maar ja, daar is het nou net ingestort. Vanaf de vijfde verdieping spring je minder snel naar beneden.
Wat ik op de film zag, was: wanneer je zelf de weg kwijt bent, zijn er veel mensen die komen helpen. Een aantal is getraind. Anderen ontpoppen zich in een donker uur plotseling als held. Op de films zag ik alledaagse mensen, die je verdenkt van een saai leven te leiden waarin nooit iets gebeurt, en die hebben tijdens 9/11 anderen het leven gered. Omdat het kon. Omdat ze die moed bleken te bezitten, soms tot hun eigen verbazing.
Het is extra jammer dat V&D weg is, anders kon ik in dat grote gebouw gaan oefenen met mijn nieuwe vertrouwen. Het alarm ging er nogal eens af zonder een reden, dus zo’n locatie is ideaal. De stad zit verder zo op slot.
Dit heb ik afgelopen zondag in ieder geval geleerd. Je weet nooit wie de gekken zijn die een aanslag plegen. Maar je weet evenmin, wie de helden zullen zijn die jou meteen komen helpen. En die zijn er óók, gelukkig, en misschien nog wel groter in aantal dan de anderen.
Vilan van de Loo