“Ik heb je gezien,” zei de buschauffeur. Het klonk beschuldigend. “Ja?” vroeg ik. En hij weer: “Zeker weten, bij Hart van Nederland.” Hij had gelijk. Ik was op de tv geweest.
Inmiddels ben ik een paar keer in mijn leven op tv geweest en het is elke keer anders, ook het effect ervan. Deze uitzending was een paar weken ervoor gefilmd, in een mooi park. Dat had ik zelf bedacht, het leek me zo decoratief. Dat vonden de tv-mensen ook. Ze wilden dat ik onder een grote boom ging staan, en dan filmden ze hoe ik voorlas uit een boek. Ik sta nóóit onder een boom te lezen. Maar ik deed het. En daarna nog twee keer, zodat ze verschillende hoeken konden opnemen.
De cameraman vroeg aan mij dingen als: “Loop eens spontaan om die struik heen en ga dan het pad af.” Dat hoor ik gewoon te kunnen doen, maar ik moest er eerst diep over nadenken. Waar was die struik? Hoe stond mijn gezicht als ik spontaan liep? Dat kwam misschien in close up. En wanneer had ik mijn achterkant voor de laatste keer gecontroleerd? Het werd een paar keer oefenen.
Toen lukte het.
Al met al duurden de opnamen een paar uur en ze hadden gewaarschuwd dat niet alles uitgezonden zou worden, maar toch. Het uiteindelijke resultaat was iets van 1 minuut en 58 seconden, en daarbij kwamen nog andere mensen in beeld, alsook een leuke hond die in het park aanwezig was geweest. Dus ik dacht, nou, zal mij benieuwen wie me voorbij heeft zien flitsen op het toestel.
De buschauffeur dus. En er waren mensen op straat die tegen me begonnen te praten. Nog dagen erna kreeg ik vreemde doordringende blikken. Waarschijnlijk kijk ik net zo als ik denk: “Hé die ken ik, waarvan ook alweer, o nee, die heb ik op tv gezien.”
Het is een leerzaam iets, zo’n televisie-ervaring. Je weet niet hoe je bent als je normaal doet, en daardoor kijk je meteen anders naar jezelf. Dan komt de uitzending. Het is een raar gevoel, hoor. Je ziet een vreemde en dat ben je dus zelf. Daarna heb je ontzaglijk veel aanspraak, op de gekste momenten roept er iemand wat. Net als je eraan gewend bent, houdt het op, en dan is alles weer normaal. Ook weer raar.
Vilan van de Loo