Een eenvoudige waarheid is vaak het hardste. Dat voelde ik toen ik op de bank lag en aan mijn hopeloze garderobe dacht. Ik moest opruimen. Meteen.
Als het aan mij lag, en mijn huis was groter dan het is, dan hamsterde ik alles dat te hamsteren viel. Ontdek ik een goede crème, dan koop ik tien of vijftien potten. Je weet maar nooit. Aspirine? Idem. Blikjes? Check. Ook heb ik veel postzegels, notitieblokjes, handdoeken met bijbehorende washandjes (nog van V&D) en dus is het niet gek dat ik ook veel kleding heb. Ik hou van voorraad, maar in een vol huis heb je geen ruimte meer. Dan stik je sneller.
Het probleem is ook, dat ik nogal snel gehecht raak aan iets. Ach, die ene badjas dat ik vijf jaar geleden droeg, toen leefde mijn kleine kater Tim nog. Doe ik de badjas weg, dan is Tim weer een beetje meer dood. De badjas moet blijven. Ik heb ook veel bloesjes, vaak gekocht in een opwelling van vreugde over een leuk kraagje of een mooie bloemenprint. Maar dat het me niet stond, ontdekte ik pas wanneer de vreugde weg was. Thuis, na het weggooien van de kassabon. Dus die bloesjes heb ik ook nog, in de hoop dat ze me op een dag wèl staan. Dat ik het opeens zie, bedoel ik. En vervolgens raak ik gehecht aan het optimisme dat die bloesjes vertegenwoordigen. Dragen doe ik ze niet.
Als alles zo blijft, verandert er niets. Dat begreep ik eindelijk. Ik ga opruimen, op mijn manier. Er komt een stapel Weggooien, een stapel Kringloop en een stapel Onthechten, dus waaraan ik minder gehecht moet zien te raken. Wat overblijft is draagbaar. (Behalve dan die badjas, die ga ik eeuwig bewaren) Het doel is dat ik zie wat ik heb om aan te trekken.
Aan alle mannen die dit lezen en niet begrijpen, zal ik het technich uitleggen. Een vrouw heeft meestal een bruto garderobe, dus alles wat ze bezit, en een netto garderobe, dat is wat ze feitelijk kan dragen. Heb je drie jassen en elk ervan past je niet meer of staat je slecht, dan kan het zo zijn dat je niets hebt om aan te trekken. In een ideale garderobe is het bruto-netto verschil omtrent nul.
Met enige trots kan ik melden dat de stapels groeien, het gaat best goed. Maar ze staan nog steeds in huis, dat wel.
Vilan van de Loo