Donderdag 15 februari trok de 64-jarige Rijswijker Dick van Ingen voor de 400ste keer naar de Sanquin bloedbank in Den Haag om zijn bloed te geven. Bij dit bijzondere aantal dat in Europa maar zelden door iemand wordt behaald, werd Van Ingen terecht in het zonnetje gezet.
Er heerst een bijna serene bedrijvigheid bij Sanquin Bloedbank aan de Mgr. Nolenslaan. Mensen melden zich bij de balie aan, zitten in de wachtkamer klaar om te doneren, waar anderen al in speciale ligstoelen verbonden aan slangetjes hun bloed afgeven.
Dick van Ingen is die donderdag een gevierd man als hij de bloedbank binnenkomt – er ligt een mooie bos bloemen klaar. Niet nodig als het aan hem ligt. Voor Van Ingen is doneren de gewoonste zaak van de wereld – “als eten en drinken”, schetst de sympathieke Rijswijker. “Het moeten zo’n 40 emmers bloed zijn die ik sinds begin jaren ’80 heb gedoneerd”, overpeinst Van Ingen als zijn 400ste donatie er op zit. “Toen gaf ik nog vol bloed. Later werd dat plasmadonatie, waarbij het bloed wordt gescheiden in plasma en bloedcellen.”
Alleen het plasma, dat voornamelijk uit water bestaat waarin onder meer mineralen, koolhydraten, vitaminen, vetten, hormonen en meer dan honderd verschillende eiwitten zitten, wordt afgenomen. De rode bloedcellen gaan weer terug naar de donor. Maar ook trombocyten, met name van belang voor de stolling van het bloed, worden onttrokken.
“Ik beschouw het doneren van bloed als een zegen, geen verdienste. Toen ik vorig jaar aan de Wateringse Veld-loop meedeed droeg ik een door Sanquin gesponsord T-shirt met daarop de tekst: ‘Echte helden geven bloed’. Op een gegeven moment werd ik aangesproken door een man die een hartoperatie had ondergaan: ‘Dankzij jou kan ik meedoen’, zei de beste man. Dat te horen doet goed, kan ik je vertellen. En met dat gevoel rijd ik iedere twee weken naar Loosduinen”, besluit de Man van 40 emmers Bloed.
Dankzij mensen zoals Dick van Ingen zijn patiënten die brandwonden hebben opgelopen, bloedverlies hebben geleden of een operatie hebben ondergaan weer enorm geholpen.