Vandaag postte ik een verjaardagskaart, maar met de hand in de brievenbus, want ik was te laat voor de postzegelroute. En het moest, vond ik. Zulke kaarten zijn belangrijker dan die kerstrommel, sorry dat ik het zo zeg.
Met het langzame voorbij trekken van de zomerdagen voel ik me weemoedig. Alweer is er een zomer voorbij, straks de herfst, er begon al iemand over de feestdagen, wat is het snel gegaan. Dat ligt aan mezelf. Ik prop de dag vol, en ik wil altijd meer dan ik kan. Zo gaat een uur vlug om. Ik was vergeten op tijd die verjaardagskaart te kopen, dus daarom werd het wandelen.
Wie stuurt er nog verjaardagskaarten? Een mailtje, een berichtje, een appje, het is gemakkelijk en snel en ook nog eens gratis, wat in onze cultuur een belangrijk voordeel is. Er zijn steeds meer mensen die nooit postzegels in huis hebben, nergens voor nodig immers. Praktische moderne mensen zijn dat, zonder sentiment. Toch vraag ik me af, of ze op hun verjaardag met iets van verwachting naar de brievenbus lopen. Dat blije gevoel van: je weet maar nooit.
Want tel de betekenissen eens bij elkaar op. Een ander die jouw verjaardag heeft onthouden, in een winkel iets voor je uitgezocht, er met de hand passende woorden op schreef en een postzegel plakte. Allemaal persoonlijke aandacht, en dat is kostbaar. Daarom durf ik veel mensen ook geen kaart te sturen: wat zullen ze wel niet van me denken.
Op mijn eigen verjaardag moet ik mezelf elke keer streng toespreken over het verschil tussen het verlangen en verwachten van kaarten. Verlangen mag, verwachten leidt tot emotionele ongelukken van teleurgesteld zijn en wrokken (“Voortaan stuur ik niks meer”), wat geen enkele relatie goed doet. En de vraag stellen is te moeilijk: “Waarom heb je mij geen verjaardagskaart gestuurd?” Het legt alle kwetsbaarheid zo open.
Gek, zoals me dat fenomeen van die kaart me opeens zo bezig houdt. Het zal de tijd van het jaar zijn, die rare periode waarin het nog wel zomer is, maar het vanzelfsprekende ervan is aan het verdwijnen. De andere seizoenen komen dichterbij, de agenda loopt vol, in de winkels hangen de warme kleren klaar. Wat ik zei, het stemt me weemoedig.
Misschien moet ik een extra blokje om gaan, tegen de emotie. En een voorschot nemen op de goede voornemens, om tòch, als het even kan, zo’n verjaardagskaart te versturen.
Vilan van de Loo