Verwachten

Ach, die meneer Kaor uit Japan. Al langer dan veertig jaar stuurt hij per post drie, vier brieven naar een hotel in Volendam. Envelop. Postzegel. Brievenbus. Hij is 64 jaar.

Ja, op een gegeven moment wil je het verhaal achter al die brieven kennen, en dus gingen journalisten op zoek. Meneer Kaor meldde er geen diepe bedoelingen mee te hebben. Hij had er plezier in. En het belangrijkste: hij verwachtte er niets van. Dat trof me.

Verwachten is een heel ding. Je ziet het aan mensen die pas hebben leren mailen. Ze verwachten meteen antwoord. Of erger, ze gaan opbellen: “Heb je mijn mail ontvangen?” Je zegt iets van druk, een leven, niet altijd aan de computer. Zij vragen wanneer er dan wèl antwoord komt en willen dat je even belt als je iets hebt verstuurd. Veel te veel verwachtingen voor een simpele mail. Maar dat moeten ze nog leren.

Meneer Kaor is een grootmeester in het niet-verwachten. Ik neem aan hem een voorbeeld. Eerst is er het verlangen om een brief te schrijven. Of een ansicht of mail, denk ik erbij. Daarna doe je dat, met hart en ziel, omdat het anders je tijd van leven niet waard is. Posten of verzenden. En dan in jezelf voelen en aanvaarden: dat er wel of geen antwoord kan komen, en dat het alletwee goed is. Meneer Kaor weet dat hij geen werkelijke invloed heeft op het gedrag van een ander. Hij kan alleen doen wat hij vindt dat hij zelf moet doen. De brieven zijn kort, in het Engels en er staan wat algemeenheden in. Dus niet dat je denkt: Japan seint, we bellen meteen de ambassade.

De journalisten die hem bezochten, keerden enigszins verbaasd terug, vooral over het gebrek aan verwachtingen dat ze aantroffen. Inmiddels bleek meneer Koar alweer nieuwe brieven verstuurd. Ook al zonder verwachten dat er een antwoord komt.

Zou zoiets in Nederland mogelijk zijn? We zijn er te ongeduldig en te gehaast voor, en ook te vol van verwachtingen. Je stuurt iets, je wilt antwoord. Je geeft iets, je wilt iets terug. Voor wat, hoort wat. Aandacht voor verjaardagen. Kerstkaarten (“Ik heb vorig jaar ook niks van hun gehad”). Attente telefoontjes. De rekening van dat kopje koffie betalen (“Ik blijf niet aan de gang”). We kunnen haast niet geven zonder de verwachting van het krijgen. Of dat zo goed is, weet ik niet meer zeker dankzij meneer Kaor.

Vilan van de Loo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.