Op vrijdag ging ik gewoon op tijd naar bed, op zaterdag was de wereld veranderd. Die ochtend zat ik aan de pc gekluisterd. Internet is sneller en vollediger dan welke zender ook. De hele zondag werd gevuld met meer nieuws, en ik werd moe.
Moe mag men niet zijn als in een buurland de ellende losbarst, en toch was ik het. Ik begreep het niet, al die mensen. ‘s Morgens waren ze net als ik gewoon aan de dag begonnen en de avond hebben ze niet gehaald. Net als met die schietpartijen op scholen: je verstand kan je niet uitleggen wat er aan de hand is. Maar je gevoel reageert, en hoe. Ik kende mezelf niet terug, wat een woede kolkte er in mij op. Mijn reptielenbrein is nog altijd intact, mag ik wel zeggen.
En precies dat bij elkaar maakte dat ik me in de dagen erna wat moedeloos begon te voelen. Onbegrip, machteloosheid, emotie volgde op emotie. Wat moet je doen? Thee drinken in de moskee om zo je hoop op wereldvrede te uiten? Daar had ik geen zin in.
Zo ging ik de nacht in, met een vaag gevoel van onvrede. Want dit was niet bepaald de eerste keer dat de terroristen toesloegen. Die cyclus van emotie en vermoeidheid zag ik wel bij meer mensen om me heen. Heftigheid put uit. Daarna ben je blij wanneer je weer aan je eigen gewone dingen toekomt. Je zegt bij jezelf, dat er toch niets aan te doen is. Dus wat moet je, wat zul je, wat kun je.
Toch denk ik dat er iets voor iedereen te doen is, zonder meteen de barricaden op te hoeven. En dat iets is: het ermee oneens blijven. Zeggen dat het verkeerd is. Dat er geen God kan zijn die zoiets wil. Dat ga ik proberen te blijven doen, zonder meegesleept te willen raken in eindeloze discussies. Het gaat erom een standpunt in te nemen, hoe bescheiden dan ook, en daarbij te blijven. Dat is standvastigheid.
We hebben allemaal een idee over hoe de wereldvrede tot stand moet komen, u net zo goed als ik. Maar daar gaan we niet over. Het grote werk is in handen van anderen. Blijft over het kleine werk van de standvastigheid. Maar veel kleine werkjes zijn samen weer groot. Dat is belangrijk om te weten.
Vilan van de Loo