De beestjes

Tot voor kort had ik alleen zachte gevoelens over lieveheersbeestjes. Ik vond ze lief. Bijzonder. En ik dichtte ze allerlei eigenschappen toe, die ik vooral baseerde op mijn kennis van kinderboeken en de aanblik van poesieplaatjes met glitter. Maar de laatste tijd heb ik nogal veel horror-films gezien.

Toen ik het eerste Lieveheersbeestje zag, was er wat mij betreft nog niets aan de hand. Het was geel, wat ik meteen exotisch vond, en het had zoals het hoort een paar gele stippen op de rugschildjes. Dat kon ik goed zien, want het beestje vloog op de glazen wand van het bushokje waar ik stond. De bus kwam en ik stapte in.

De tweede keer dacht ik: alweer? Bij de derde keer begon ik uit te kijken naar het vierde, vijfde en volgende beestje. Ze leken overal te zijn, toenemend in aantal en verschillend van uiterlijk. Er echt over nadenken wilde ik niet, maar toch deed ik het. De horror-films lieten overtuigend genoeg zien, dat degenen die alles overleefden, naar de eerste waarschuwingen hadden geluisterd, hoe vreemd die ook waren.

Dus ik moest wel. Want ik hecht aan het leven. Na twee, drie afleveringen van The Walking Dead had ik een schop achter de voordeur gezet. Dan kon ik mezelf verdedigen als de zombies zouden komen. Maar zo eenvoudig waren de lieveheersbeestjes niet.
Misschien was het een plaag, die snel bijbelse proporties zou aannemen. De lucht zou zwart zien van zwermen lieveheersbeestjes die alles zouden kaalvreten, mens en dier, kruipend door de kleinste kieren onder deuren en van ramen en het enige dat overbleef waren conservenblikjes want daar kwamen zelfs miljoenen beestjes niet doorheen. Daarna zou de aarde weer woest en ledig zijn. Een griezelig beeld, kon ik nog iets anders bedenken? Een nieuwe theorie kwam meteen in me op.
Die lieveheersbeestjes waren natuurlijk dragers van zielen, van degenen om wiens terugkomst dagelijks gesmeekt werd door degenen die achterbleven. Ze zouden ons volgen, overal waar wij liepen en gingen en in een open veld letters vormen en daardoor boodschappen doorgeven.

U snapt hopelijk wel dat ik door mijn eigen denkbeelden nauwelijks meer kon slapen. Mijn hart bonkte de hele tijd. Ik was op van de zenuwen. Tot ik bij Omroep West las dat die beestjes er waren door het warme seizoen. Ja, dat kan natuurlijk óók. We zien de wereld niet zoals die is, maar we zien de wereld zoals wij zijn.

Vilan van de Loo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.